AG Hart Advocaten

In hartje Rotterdam.

Ontbinding

Vaak zijn partijen elkaar over en weer tot een prestatie verplicht. Wanneer één der partijen zich niet aan de afspraken houdt kan de ander de overeenkomst ontbinden. Het gevolg hiervan is dat hij aan de ene kant geen recht meer heeft op de verschuldigde prestatie van de wederpartij, maar aan de andere kant ook wordt bevrijd van zijn eigen verplichtingen. 

De wettelijke bepalingen over ontbinding zijn van regelend recht. Dit betekent dat partijen er dus van kunnen afwijken en zelf afspraken mogen maken over ontbinding. 

Wanneer er sprake is van blijvende of tijdelijke onmogelijkheid is ontbinding meteen mogelijk. Als de schuldenaar wel kan presteren, dan is nakoming nog mogelijk. In dat geval is verzuim vereist en dient dus aan de ontbinding een ingebrekestelling vooraf te gaan.

Artikel 6:265 BW bepaalt dat iedere tekortkoming van een partij in de nakoming aan de wederpartij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden. Ondanks deze bepaling moet de schuldeiser er rekening mee houden dat hij niet onder alle omstandigheden kan ontbinden. 

Artikel 6:267 lid 1 BW bepaalt dat een schuldeiser kan ontbinden door middel van een schriftelijke verklaring. De ontbindingsverklaring heeft werking vanaf het moment van ontvangst, artikel 3:37 BW.